IPM staat voor "Integrated Pest Management" ofwel geïntegreerd plaagdierbeheer in het Nederlands. Dit is de nieuwe wettelijke norm waarin voorschriften zijn vastgelegd voor een duurzamer beheer van plaagdieren. IPM is gebaseerd op een allesomvattende benadering die verschillende strategieën en technieken combineert om plaagdieren effectief te beheren met minimale milieubelasting.
IPM legt de nadruk op het voorkomen van plaagdieroverlast door het creëren van ongunstige omstandigheden voor plaagdieren om zich te vestigen en voortplanten. Het richt zich op de herkenning van de oorzaken van plaagdierproblemen, zoals toegangspunten, voedselbronnen en nestplaatsen, en neemt maatregelen om deze te beperken of te verwijderen.
IPM omvat een geïntegreerde aanpak die begint met preventieve maatregelen. Hierbij kun je denken aan:
Habitatbeheer:
Het aanpassen van de buitenomgeving om deze minder aantrekkelijk te maken voor knaagdieren.
Bouwkundige verbeteringen:
Het oplossen van structurele gebreken die knaagdieren toegang geven tot gebouwen.
Weringsmaatregelen:
Het toepassen van weringsmaatregelen om knaagdieren buiten te houden.
Hygiëneverbeteringen:
Het handhaven van een schone en onaantrekkelijke omgeving voor plaagdieren.
Als preventieve maatregelen niet voldoende zijn om de plaagdieren beheersbaar te krijgen, kan mechanische bestrijding worden toegepast. Dit omvat het gebruik van niet-giftige methoden zoals klapvallen, vangmiddelen en fysieke vangmethoden om de populatie te verminderen.
Indien ondanks de preventieve en mechanische maatregelen nog steeds overlast aanwezig blijft of zelfs toeneemt na 10 dagen, dan kan overgegaan worden op chemische bestrijding door middel van het gebruik van gif. Het is echter belangrijk op te merken dat chemische bestrijding altijd als laatste redmiddel moet worden beschouwd, vanwege de potentiële risico's voor het milieu en de volksgezondheid.
In geval van een noodsituatie, waarbij er een onmiddellijke bedreiging is voor de volks- en/of diergezondheid, de voedselveiligheid of aanzienlijke schade door knaagdieren, kan een versnelde procedure worden gevolgd voor chemische bestrijding.
Om te bepalen of er sprake is van een noodsituatie, moeten enkele factoren en voorwaarden worden overwogen. De bestrijder moet reden hebben om aan te nemen dat preventieve en niet-chemische bestrijdingsmaatregelen niet afdoende zijn om de knaagdierpopulatie te kunnen beheersen. Bovendien moeten monitoring en habitatbeheer al gestart of uitgevoerd zijn. In noodsituaties wordt chemische bestrijding altijd in combinatie met niet-chemische methoden toegepast om de impact op het milieu te minimaliseren.
IPM-bestrijding biedt een duurzamere en verantwoordelijke aanpak van plaagdierbeheer, waarbij de focus ligt op het voorkomen van overlast en het minimaliseren van het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen. Door het toepassen van IPM-normen zorgen we voor een effectieve en milieuvriendelijke oplossing voor plaagdierproblemen.